Hoe zit het nu eigenlijk met cosmetica en dierproeven? .Als gebruiker van cosmetica wil je graag dat je product veilig is, maar liever niet dat het op dieren getest is. Wordt er nog steeds getest op proefdieren voor het ontwikkelen van cosmetica en hoe kunnen producten anders getest worden? Dierproeven in Nederland In Nederland worden sinds 1997 geen dierproeven meer gedaan voor cosmetica (ingrediënten), maar buiten Nederland wel. Sinds 11 maart 2009 werd het (gedeeltelijke) test en handelsverbod voor diergeteste cosmetica van kracht. Er zijn goede alternatieven ontwikkeld die testen op dieren onnodig maken wanneer het om de productie van cosmetica gaat. Momenteel is het zo dat eindproducten niet meer op dieren getest mogen worden, maar losse ingrediënten kunnen wel nog op dieren getest worden. Vanaf 2013 zal ook dit niet meer toegestaan zijn en worden dierproeven voor cosmetica geheel uitgebannen in Europa. Ontwikkeling van alternatieven Nu cosmetica niet meer op dieren getest mag worden, wordt er gebruik gemaakt van alternatieve methodes om vast te stellen of een product wel veilig is en door consumenten gebruikt kan worden. Binnen de EU zijn en 5 belangrijke alternatieve methoden die toegestaan zijn. Het zijn deze 5 methoden die nu toegepast worden, hoewel er ook andere alternatieven ontwikkeld zijn door de cosmetica-industrie. Deze nieuwe methodes zijn nog niet officieel erkend en worden pas door de EU toegestaan als ze het goedkeuringsproces hebben doorlopen. Dit duurt soms jaren. De cosmetica-industrie ontwikkelt deze alternatieven zodanig dat ze passen binnen hun 3-V beleid. De 3 V’s staan voor Vervangen (dierproeven vervangen door alternatieve methoden), Verfijnen (lijden en stress bij dieren verminderen), Verminderen (het aantal dieren per test verminderen). Ook de Eu stimuleert de ontwikkeling van deze alternatieven. Hoe wordt cosmetica wel getest? Er zijn 5 door de EU goedgekeurde alternatieven voor dierproeven die veel worden toegepast. Voor sommige van deze testen wordt gebruik gemaakt van dierlijk materiaal. Om dit materiaal te verkrijgen zijn geen dieren gedood, meestal is dit materiaal gekweekt in een laboratorium of is het slachtafval. Soms wordt er gebruik gemaakt van menselijke huid die is overgebleven na plastische chirurgie. De test die gebruikt wordt om de irriterende werking van chemische stoffen vast te stellen is de cytotoxiteitstest. De test onderzoekt of bindweefsel celschade oploopt bij gebruik van de teststof. Deze teststof wordt toegediend met een speciale kleurstof. Wanneer de cellen niet van kleur veranderen betekent dit dat ze beschadigd zijn door de teststof. Huidirritatie kan ook worden getest met de huidcultuurtest. Bij deze test wordt er gebruik gemaakt van een stukje kunsthuid die wordt gekweekt in een laboratorium en de menselijke huid nabootst. Of een stof schadelijk is wordt bepaald door de hoeveelheid eiwitten te meten die de beschadigde cellen loslaten. Om irritatie van de ogen en het slijmvlies te meten wordt een andere test gebruikt, namelijk de HET-CAM test. Voor deze test worden vliesjes uit kippeneieren ingesmeerd met een teststof. De vliesjes reageren op teststoffen die een irriterende werking hebben, waardoor de mate van irritatie goed kan worden vastgesteld. De percutane penetratie test wordt toegepast om te onderzoeken hoe ver een stof in de huid doordringt. De fototoxiciteitstest toont aan of blootstelling aan de zon een negatieve reactie oproept in combinatie met een cosmeticaproduct.
Wat is natuurlijke cosmetica, waarom zou ik ervoor kiezen en waar koop ik het.
This website uses cookies to give you the best experience. Agree by clicking the 'Accept' button or change your cookie settings.